Procedure grondtransactie Jan ter Gouwweg onrechtmatig?

Uit de beantwoording van schriftelijke vragen van onze fractie, blijkt dat het er alle schijn van heeft dat de gevolgde “gebruikelijke procedure” bij de verkoop van de grond op de Jan ter Gouwweg niet in lijn is met de wet. Uit recente jurisprudentie (het ‘Didam arrest’) blijkt namelijk dat als een gemeente een stuk schaarse bouwgrond wil verkopen, dit moet gebeuren d.m.v. een transparante procedure, waarbij alle eventuele gegadigden een gelijke kans moeten krijgen om de grond te verwerven. Hiervan was bij de Jan ter Gouwweg echter (mogelijk) geen sprake, zo lijkt het college in de beantwoording te erkennen. Omdat de antwoorden nogal summier en onduidelijk zijn, zullen wij het college hierover met schriftelijke vragen opnieuw aan de tand voelen.

Ook al vóór het zgn. ‘Didam arrest’ plaatste onze fractie vraagtekens bij de door de gemeente gesloten deal met FH Projecten. Want waarom heeft de gemeente dit niet breder aangeboden en meer partijen in de gelegenheid gesteld om met een goed plan te komen? Toen werd dat nog afgedaan als een “gebruikelijke gang van zaken”, waar niks mis mee is. Wij willen met nieuwe vragen duidelijk krijgen of met dit niet transparante verkoopproces andere partijen inderdaad geen gelijke kans is geboden om de grond te verwerven, waarmee dus feitelijk onrechtmatig gehandeld zou zijn. Potentieel is dat een uiterst kwalijke zaak. In dat kader zijn wij ook benieuwd naar de mogelijke consequenties voor het project op de Jan ter Gouwweg, temeer de transactie nog niet is afgerond. Met andere woorden: zijn er procedures en (schade)claims te verwachten, wat kunnen die tot gevolg hebben en hoe stevig is daarbij de juridische positie van de gemeente?

Maar dit gaat natuurlijk niet alleen over de Jan ter Gouwweg. Deze uitspraak kan ook consequenties hebben voor andere bestaande en toekomstige ontwikkelprojecten in Gooise Meren. Wij willen daarom weten in hoeverre daarvan sprake is en of het college voornemens is om bij toekomstige grondtransacties wél te zullen handelen in overeenstemming met hetgeen in de gerechtelijke uitspraak is beslist. Wij willen in dit kader ook weten in hoeverre er bij andere ontwikkelprojecten procedures en schadeclaims zijn te verwachten en of alle nog niet afgeronde transacties die mogelijk ook onrechtmatig tot stand zijn gekomen in afwachting hiervan ‘on hold’ kunnen worden gezet.