GDP tegen bebouwing op kop Naarderbos

Deze week stond tijdens de raadsvergadering het bestemmingsplan “Kop Naarderbos” op de agenda. Het college stelt voor om daar bebouwing mogelijk te maken, ten kosten van groen. Hieronder de spreektekst, zoals onze fractievoorzitter die uitsprak.

 

Voorzitter,

Dit is weer zo’n dossier.

Een dossier waar we helaas opnieuw moeten constateren dat er geen of in elk geval minimale en zeer gebrekkige participatie en communicatie met omwonenden is geweest. Ook vanuit de gemeente.

Een dossier ook waarin de raad helaas zeer minimaal – en in onze ogen zelfs onvolledig geïnformeerd is.

Een dossier waar – alweer – de projectontwikkelaar de lakens lijkt uit te delen en het college geen kleur durft te bekennen.

Een dossier dat daarom wederom tot grote onrust en wantrouwen in de politiek leidt.

En als we kijken waar we vandaan komen, dan was dat helemaal niet nodig geweest. Want zo ingewikkeld is het allemaal niet.

Hoe is dit alles nu eigenlijk begonnen?

  • De gemeente Naarden besloot het woningbouwproject Naardereiland te bouwen.
  • De jachthaven bedong een compensatie voor een eventueel exploitatieverlies en voor het gebruik van het vaarwater.
  • De wethouder stemde daarmee in door een intentieovereenkomst aan te gaan.
  • In die intentieovereenkomst staat een inspanningsverplichting om tot een bestemmingsplanwijziging t.b.v. woningbouw op een deel van het haventerrein te komen. Iets waarover de raad destijds overigens nooit specifiek en dus onvolledig geïnformeerd is (zie art. 5.3 in het RV uit 2014).
  • In de intentieovereenkomst staat ook en expliciet dat de gewenste oplossing geen gelopen race is en dat als de bestemmingsplanwijziging er niet komt, bijv. omdat de raad daar niet mee instemt, partijen met elkaar in overleg treden over een alternatieve (financiële) compensatie.

    En daar zijn we nu aanbeland. Als onze fractie er puur inhoudelijk naar kijkt, dan concluderen wij dat deze bestemmingsplanwijziging ongewenst is. Ongewenst, omdat wij geen groen willen opofferen voor een paar huizen in het hoge segment, waar we er al genoeg van hebben. Behalve de Euro’s heeft de gemeente daar geen enkel belang bij. En die Euro’s, dat is voor ons niet voldoende om weer een grote pluk groen te slopen.

    Wat de afweging enigszins ingewikkeld maakt, is dat nog altijd niet bekend is hoe hoog een alternatieve, financiële compensatie zou zijn. Dat is opmerkelijk genoeg namelijk nooit onderzocht, of niet gedeeld met de raad. Dat het stuk grond – zonder dat vooraf aan de gemeente te melden – buiten de verkoop transactie van de jachthaven is gehouden en vervolgens speculatief naar een derde partij is doorgezet, maakt het nog wat ingewikkelder. Temeer er daardoor ten onrechte over bedragen wordt gesproken – als zijnde de hoogte van een eventuele financiële compensatie.

    Wat we wel weten, is dat de omwonenden er veel voor over hebben, ook in financiële zin, om woningbouw te voorkomen en groen te behouden, of zelfs terug te brengen na de illegale kap van een aantal jaren geleden. Dat was ook de reden dat wij na de beeldvormende behandeling de wethouder hebben opgeroepen om het gesprek weer aan te gaan en naar alternatieve oplossingen te zoeken. Die oproep heeft de wethouder in de wind geslagen. Er is wel een gesprek geweest, maar alleen tussen de bewoners en de eigenaar van de grond. Een gemiste kans.

    Voorzitter, wat dus resteert, is het afstemmen van dit bestemmingsplan. Dan ligt de weg namelijk alsnog open om met alle betrokkenen in gesprek te gaan en tot een alternatieve oplossing te komen. Onderbouwd door een reële inschatting van de feitelijk geleden schade (voor zover die er is) die gecompenseerd moet worden, ook al heeft de jachthaven daar niks meer aan. Daarmee kan het college vervolgens weer terug komen naar de raad.

    Dat de wethouder in het raadsvoorstel spreekt van ‘wanprestatie’ als de raad hier toe over gaat, is kwalijk. Daarmee wordt de raad feitelijk en ten onrechte buiten spel gezet, want de intentieovereenkomst voorziet hier met artikel 4.6 simpelweg in. Wij horen dan ook graag van de wethouder waarom hij dat zo heeft opgeschreven en of hij dat echt en nog steeds meent. En waarom.

    Ook willen wij van de wethouder horen of hij van mening is dat de informatievoorziening richting de raad destijds onvolledig en dus niet goed was. En hoe het college naar de toekomst toe voorkomt dat dat nog eens gebeurt.

    Voorzitter, wij hopen oprecht dat de gemeenteraad in meerderheid inziet dat wij er niet zitten voor het verrijken van projectontwikkelaars. Wij zijn graag bereid afspraken uit het verleden na te komen, maar dat is iets anders dan angstvallig meegaan in pure speculatie en daarmee de eigenlijke situatie en publieke taak waarvoor wij staan uit het oog te verliezen.

    Dank u wel.