Nieuwe vragen over bouwplannen Jan ter Gouwweg

Vandaag heeft onze fractie opnieuw schriftelijke vragen aan het college gesteld inzake de bouwplannen op de Jan ter Gouwweg.

% speelruimte en bouwen bij bomen

Het college heeft op eerdere vragen van o.a. GDP, alsmede in de richting van bewoners, aangegeven dat de wijk Rembrandtpark voldoet aan de minimale norm van 3% buitenspeelruimte. Daarnaast heeft de wethouder toegezegd dat de aanwezige bomen op de J. ter Gouwweg – die zijn opgenomen op de waardevolle bomenlijst –  niet in de weg staan en dus niet gekapt hoeven te worden voor de realisatie van het bouwplan. Vanuit bewonersvereniging Mooi Ter Gouw is onderzoek gedaan naar bovenstaande toezeggingen. Zij komen tot andere conclusies en geven daarvoor ook een onderbouwing; zie bijlage 1 en bijlage 2.

Wij stellen het college hierover de volgende vragen:

Vraag 1
Heeft het college kennis genomen van deze onderzoeken van MTG?

Vraag 2
Onderschrijft het college de conclusies die MTG trekt t.a.v. de omvang van de buitenspeelruimte in de wijk?

  • Zo ja, welke implicaties heeft dat voor het bouwplan?
  • Zo nee, waarom niet? En welke onderbouwing kan het college daarvoor geven?

Vraag 3
Onderschrijft het college de conclusies die MTG trekt t.a.v. ‘bouwen bij bomen’, namelijk dat het bouwplan op de huidige bouwvlakken niet goed samen gaat met de thans aanwezige bomen?

  • Zo ja, welke implicaties heeft dat voor het bouwplan?
  • Zo nee, waarom niet? En welke onderbouwing kan het college daarvoor geven?

 

Aantal woningen

In de toelichting op het bestemmingsplan uit 2015 staat dat in het bouwplan op de Jan ter Gouwweg uitgegaan wordt van de ontwikkeling van 24 woningen. In het huidige plan zijn 36 woningen opgenomen met (daardoor) een veel groter aantal benodigde parkeerplaatsen. En dus minder openbare ruimte voor groen en spelen.

Wij stellen het college hierover de volgende vragen:

Vraag 4
Is het college van mening dat deze afwijking op de toelichting bij het bestemmingsplan juridisch houdbaar is en zo ja hoe wordt dat onderbouwd? Zo nee, welke implicaties heeft dat voor het bouwplan?

Vraag 5
Is het college van mening dat deze afwijking op de toelichting van het bestemmingsplan recht doet aan het eerdere “participatietraject” en de inspraakprocedure uit 2015, alsmede de verwachtingen die bewoners aan een dergelijke toelichting op het bestemmingsplan mogen ontlenen?

Vraag 6
Waarom heeft het college niet overwogen om – o.a. gelet op de wijziging van het aantal geplande woningen – het bestemmingsplan inhoudelijk tegen het licht te houden?

 

Aanbesteding

Voor zover wij begrepen hebben, is de beoogd projectontwikkelaar de enige partij waarmee de gemeente over deze bouwlocatie in gesprek is (geweest).

Wij stellen het college hierover de volgende vraag:

Vraag 7
In hoeverre is het gebruikelijk, wenselijk en in juridische zin geoorloofd dat de gemeente bij vervreemding van eigen grond/vastgoed slechts met één marktpartij in gesprek gaat en zaken doet, i.p.v. aan te besteden en het beste plan te kiezen (inhoudelijk/financieel)?

 

Update: de beantwoording van bovenstaande vragen heeft geleid tot nieuwe vragen.