Bij de gemeentelijke bekendmakingen troffen wij deze week een voorgenomen plan aan voor de realisatie van 30 woningen op het terrein van tuincentrum Van de Roest in Naarden. Het college heeft hierover ook recent de raad geïnformeerd met een raadsmededeling. Dit project komt bovenop de plannen om de naastgelegen Borgronden te bebouwen, waarover wij al meermaals onze zorgen hebben ge-uit. Die zorgen spelen hier ook, bijv. t.a.v. de verkeerssituatie en de wegindeling met aan weerszijden bomenrijen, maar ook v.w.b. geluid en fijnstof. Daarnaast komt de capaciteit van voorzieningen met dit plan verder onder druk te staan. Voorts zijn we benieuwd hoe omwonenden en belanghebbenden bij dit project betrokken worden en willen we van het college horen waarom en op basis van welke afspraken het aantal sociale woningen in dit plan lager is dan het uitgangspunt van minimaal 1/3. Onze fractie heeft hierover daarom samen met de PvdA fractie de volgende vragen aan het college gesteld:
Vraag 1
Is het de gemeente bekend in hoeverre omwonenden en andere belanghebbenden zich in voldoende mate betrokken voelen bij de planvorming voor deze grootschalige woningbouwlocatie en hoe ziet het verdere participatieplan eruit?
Vraag 2
Is of wordt deze ontwikkeling meegenomen in de onderliggende berekeningen bij het woningbouwproject de Borgronden, dat even verderop in de straat ligt? (o.a. ten aanzien van de verkeersdruk)
Vraag 3
Heeft voornoemd project consequenties voor de wegindeling en/of de bomen die daar langs de weg staan? In hoeverre is de verwachte verkeerstoename acceptabel i.c.m. andere ontwikkelingen in de omgeving?
Vraag 4
Het college geeft in de raadsmededeling aan dat er over dit project in het verleden al afspraken zijn gemaakt, waardoor niet aan alle huidige uitgangspunten t.a.v. woningbouw kan worden voldaan. Kan het college aangeven wanneer en door wie welke afwijkende afspraken zijn gemaakt en welke invloed dat nu op het voorliggende plan heeft? Hoeveel % van de woningen wordt sociaal?
Vraag 5
Acht het college het wenselijk om woningen te bouwen op een locatie met een hogere geluidsbelasting dan de voorkeurswaarde zoals genoemd in de Wet geluidhinder i.v.m. het wegverkeer op de A1 en de Huizerstraatweg en industrielawaai vanwege het geluidgezoneerde industrieterrein Naarden Quest International Nederland BV? En zo ja, waarom is het college van mening dat de voorkeursgrenswaarde van de geluidsbelasting in dit geval niet leidend hoeft te zijn?
Vraag 6
In hoeverre is de geurcirkel van het tegenovergelegen industrieterrein verenigbaar met de woningbouwplannen?
Vraag 7
Op welke manier en wanneer wordt de raad gekend bij de verdere besluitvorming over dit plan?