Al vele jaren ligt er voor de kust van het Gooimeer een inrichting voor het winnen van zand. Omwonenden ervaren daarvan overlast. Recent is er door het betreffende bedrijf een nieuwe vergunning aangevraagd en is er een ontwerpbesluit gepubliceerd. Tot 26 juni kunnen daarop zienswijzen worden ingediend.
Bij de realisatie van het Naardereiland is naar verluid door de gemeente beloofd dat de zandwinning in 2020 zal worden beeindigd. Echter heeft de gemeente op 4 april een verklaring van geen bezwaar ingediend bij RWS. Daarmee lijkt geen rekening gehouden te worden met de belangen van bewoners, het voorbereidingsbesluit in het betreffende gebied en daarmee samenhangend de kustvisie.
De bewoners voelen zich niet gehoord en kunnen met hun bezwaren ook niet bij RWS of Xella beton terecht. Ook niet om tot privaatrechtelijke afspraken te komen. Zij hebben hierover een petitie aangeboden aan het college. Daarom hebben wij het college hierover vragen gesteld tijdens de raadsvergadering van 13 juni:
- Op welke wijze weegt het college in deze casus de belangen van omwonenden en hoe worden of zijn zij hierbij betrokken?
- Heeft de gemeente grip op dit soort activiteiten en zo ja op welke wijze? Is er bijv. ook een gemeentelijke vergunning vereist?
- Hoe verhoudt de verklaring van geen bedenkingen zich tot het voorbereidingsbesluit en daarmee samenhangend de kustvisie?
- Is het college bereid om de belangen van omwonenden te onderzoeken en evt. alsnog een zienswijze in te dienen?
De beantwoording riep helaas alleen maar meer vragen op. Zo stelt de wethouder een goed gesprek te hebben gehad met omwonenden, die daar zelf heel anders over denken. Ook zegt de wethouder dat het aan RWS is om een belangenafweging te maken. Doen zij dat niet voldoende, dan wil de wethouder hierover in gesprek gaan. Wij vragen ons af: waarom is dat dan niet al gebeurd, nu blijkt dat er geen enkele afweging heeft plaatsgevonden.
Verder stelt de wethouder dat er in het verleden wel over de einddatum van de werkzaamheden is gesproken, maar daarmee niet gezegd is dat het contract niet voortgezet kan worden. Daarnaast gaf de wethouder aan dat hij graag gaat kijken wat de daadwerkelijke overlast is als de werkzaamheden weer hervat worden, maar dan is het waarschijnlijk te laat voor een zienswijze. De wethouder stelde voorts dat een vergunning niet nodig, maar hierover wel nog ambtelijke vragen uit had staan. Wat wij begrijpen is dat de gemeente wel degelijk een vergunning moet verlenen voor de betreffende installatie.
Er is volgens de wethouder geen link met het voorbereidingsbesluit voor het betreffende bestemmingplan. Maar de link met de daar aan gerelateerde kustvisie lijkt overduidelijk, dus een schorsing van dit besluit zou alleen al op basis daarvan op zijn plaats zijn. Of op zijn minst het indienen van een zienswijze. Maar de wethouder wist het allemaal niet zo goed en zei: “De kustvisie gaat niet over het uitzicht van bewoners”.
Wij hopen dat de wethouder onze kritische vragen alsnog ter harte neemt en er door het indienen van een zienswijze (alsnog) voor onze inwoners staat v.w.b. dit voorgenomen besluit. Wij wachten de ontwikkelingen hieromtrent af.
UPDATE: Het college heeft mede n.a.v. onze vragen alsnog besloten om een zienswijze in te dienen.